Kruis: overdenking van de maand

De Stille Week komt eraan waarin we Jezus volgen op zijn lijdensweg naar het kruis. Het kruis, zo weten we, is een afschuwelijk martelwerktuig dat leidt tot de dood. De geschiedenis leert ons dat de mensheid in staat is gebleken misselijkmakende doodstraffen te bedenken en te voltrekken. De kruisdood was er één van.

Jezus sterft aan het kruis en van dat kruis hebben wij, christenen, een geloofssymbool gemaakt. Terecht? Of is het raar om een martelwerktuig in de kerk te hebben hangen of boven op de toren te hebben staan of als hangertje aan een ketting te dragen?

Nu is het zo dat er een letter in het Hebreeuwse alfabet is, die in het oude hiërogliefenschrift de vorm had van een liggend maalteken. Een kruisje dus. Het gaat om de letter taw (ת). Elke letter van het Hebreeuwse alfabet heeft een betekenis. De betekenis van de letter taw is ‘kruis’. Het is de laatste letter van het alfabet, zoals bij ons de z dat is. Verder dan de taw kun je niet gaan. Meer letters zijn er niet. Met de letters van het alfabet moeten we het doen. Wil je toch verder gaan dan die laatste letter van het alfabet, dan kom je in een letterleegte terecht. Hier komen we dan ook aan de grens van wat we nog kunnen zeggen of denken.

Zonder letters geen taal en dus ook geen voorstelbare gedachten. Ná de laatste letter van het alfabet kom je in het onzegbare en onvoorstelbare terecht. Wat onzegbaar en onvoorstelbaar is ligt dus voorbij die grens van de laatste letter. En omdat in het Hebreeuws die laatste letter ‘kruis’ betekent, ligt het onzegbare en onvoorstelbare dus voorbij aan het kruis.

De weg van het kruis is de aardse weg tot in de dood. Jezus is die weg gegaan. De weg van het kruis is niet de weg die angstvallig vasthoudt aan het leven hier op aarde, als was dat het enige wat je hebt. Natuurlijk, uiterlijk en vergankelijk gezien hebben we ook niet meer dan dat. Uiterlijk en vergankelijk gezien hebben we immers alleen weet van het hier en nu, van wat we zien, en niet van iets dat wellicht komen gaat, maar wat we dus niet zien en ons voorstellingsvermogen te boven gaat. Die onzichtbare en onvoorstelbare werkelijkheid ligt voorbij de taw, voorbij het kruis.

Zo leert deze laatste letter dat er méér is: tegenover en voorbij het uiterlijke en vergankelijke staat het innerlijke en verborgene. En het is juist dit innerlijke en verborgene dat leidt naar het eeuwige, voorbij het kruis.
Ons leven hier op aarde kent een einde. Dat is in het Hebreeuwse alfabet uitgedrukt in de  letter taw. Die letter vormt de denkbeeldige grens van wat wij nog kunnen beleven. Na die letter hebben wij geen woorden meer. En voor wat daarna komt, ontbreekt ons de taal.
Maar die letter taw, het kruis dus, is niet het teken dat nu alles afgelopen is. Integendeel: het opent voor ons een nieuwe werkelijkheid. Het is de werkelijkheid van de eeuwigheid en van de Eeuwige.

Het kruis is dus voor ons ook geen teken van marteling, al hebben de Romeinen het daarvoor gebruikt. Het kruis vertelt van verlossing. Het kruis vertelt van het nieuwe dat God voor de mens, voor zijn schepping in gedachten heeft. Het vertelt van liefde over de grens van de dood heen. Het vertelt van een nieuw begin. Het is, ten diepste en ten laatste, een opstandingsteken!

Ik wens u alvast gezegende Paasdagen toe!

Jac. van Veen